Bedrijfsongeval tijdens verblijf in het buitenland: Een KLM medewerker loopt tussen twee vluchten letselschade op in een hotel. Is de werknemer gewond geraakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden?
Of er sprake is van een bedrijfsongeval is soms onduidelijk. Bijvoorbeeld in gevallen waarin de grens tussen werk en vrije tijd onduidelijk is. Een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam toont dit verschil weer eens duidelijk aan.
Val tijdens werk in het buitenland
Een purser van de KLM verblijft tussen twee vluchten in een hotel in Buenos Aires. Als hij in de sportzaal op de loopband staat, valt de stroom uit. Bij het verlaten van de sportzaal, in het donker, struikelt en valt hij van een afstapje. Bij de val raakt hij ernstig gewond. Hij stelt KLM aansprakelijk. De schadeclaim is gebaseerd op artikel 7:658 en 7:611 BW. De rechter beoordeelt of de purser gewond raakte ‘in de uitoefening van zijn werkzaamheden’ en of KLM zich als een goed werkgever gedroeg.
In de uitoefening van werkzaamheden gewond raken in het buitenland
In artikel 7:658 lid 2 BW staat dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De vraag is daarom of het slachtoffer in de uitoefening van zijn werkzaamheden gebruik maakte van de sportzaal. Daarvoor kijken we naar de zeggenschap van de werkgever tijdens het ongeval:
“De aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW berust op de zeggenschap van de werkgever over de werknemer en diens bevoegdheid de werknemer aanwijzingen te geven.”
De rechter oordeelt dat er een onvoldoende nauwe band is tussen het gebruiken van de sportschool en de werkzaamheden als purser. Dat KLM sporten stimuleerde, maakt dit niet anders:
“Tussen de uitoefening van de werkzaamheden (het fungeren als purser aan boord van een vliegtuig) en het gebruikmaken van de sportzaal van het crewhotel bestaat een onvoldoende nauwe band. [verzoeker] werd niet verplicht tijdens de wachttijd van sportfaciliteiten gebruik te maken. Het enkele feit dat KLM het gebruik van de sportzaal actief stimuleerde, maakt dat niet anders.”
Goed werkgeverschap bij verblijf werknemer in het buitenland
Volgens het slachtoffer is KLM ook aansprakelijk omdat er geen sprake zou zijn van goed werkgeverschap in de zin van artikel 7:611 BW. De Hoge Raad bepaalde dat op grond van dit artikel een verplichting bestaat voor werkgevers om bepaalde risico’s van werknemers te verzekeren. Deze verplichting bestaat bijvoorbeeld voor verkeersongevallen als werknemers deelnemen aan het verkeer. KLM had een ongevallenverzekering afgesloten. De gewonde werknemer heeft hier ook een beroep op gedaan. Volgens de rechter heeft KLM daarmee voldaan aan haar verplichtingen als werkgever.
Verzekeren risico’s werknemer bij verblijf in het buitenland
De werknemer raakt in dit geval gewond doordat de stroom uitvalt. Hierdoor ziet hij het afstapje niet en valt. Het risico van stroomuitval in Zuid-Amerika is volgens de rechter niet zo groot dat de werkgever dit risico moest verzekeren. Andere risico’s van een verblijf in het buitenland kunnen wel dusdanig groot zijn dat de werkgever deze moet afdekken. Welke eisen goed werkgeverschap stelt bij een verblijf in het buitenland is dus afhankelijk van de kans dat bepaalde schade ontstaat.
De werkgever is in dit geval niet aansprakelijk voor het ongeval van haar werknemer tijdens het verblijf in het hotel.
Bespreek een bedrijfsongeval tijdens verblijf in het buitenland
Letselschade zorgt vaak voor veel onzekerheid. Waar heb ik recht op? Hoe krijg ik een rechtvaardige schadevergoeding? Onze specialisten helpen u direct verder. Onze rechtsbijstand is bovendien meestal gratis. Neem contact op om uw schadevergoeding te bespreken. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik het onderstaande contactformulier.
Bron: rechtspraak.nl