Op 1 januari 2019 trad de Wet affectieschade in werking. De wet geeft naasten van een overleden slachtoffer en naasten van een slachtoffer met ernstig en blijvend letsel recht op een schadevergoeding. Ruim drie jaar na de invoering van de wet is er al meer duidelijkheid over de uitleg van de wet.
Wet- en regelgeving is soms bewust onduidelijk. Rechters geven in dat geval uitleg aan de wet. Affectieschade vraagt op twee punten om een nadere uitwerking:
- Een aantal rechthebbende is in de wet duidelijk omschreven. Bijvoorbeeld echtgenoten en meerderjarige thuiswonende kinderen. Dit geldt echter niet voor de restcategorie ‘overige nauwe persoonlijke relaties’;
- Een vergoeding voor affectieschade is bedoelt voor naasten van een overleden persoon en naasten van personen met ernstig en blijvend letsel. Overlijden is een duidelijk criterium. Wanneer er sprake is van ernstig en blijvend letsel omschrijft de wet niet.
Waarom affectieschade?
Een ongeluk of misdrijf raakt niet alleen het slachtoffer. Als een naaste overlijdt of ernstig gewond raakt, beïnvloedt dit ook de omgeving. De Wet Affectieschade biedt een vorm van genoegdoening voor de naasten van een slachtoffer.
Vaste vergoeding voor affectieschade
Een van de problemen van smartengeld is dat de ernst van lijden lastig is vast te stellen. Daarom is in de Wet Affectieschade gekozen voor vaste schadevergoedingen. Dit voorkomt een langdurige discussie over de hoogte van de vergoeding.
Affectieschade broer en zus slachtoffer
Broers en zussen van het slachtoffer kunnen alleen een beroep doen op de hardheidsclausule. Zij worden niet genoemd als een van de groepen die recht heeft op een vergoeding. Uit de rechtspraak blijkt dat broers en zussen alleen in aanmerking komen voor affectieschade als er sprake is van langdurig samenwonen en zorg voor elkaar. De broer of zus moet een hechte affectieve relatie hebben met het slachtoffer. Een hechte band alleen tussen broers en zussen is onvoldoende.
Ernstig en blijvend letsel
Een andere vraag die speelt is wat ernstig en blijvend letsel is. De wetgever noemde bij het vaststellen van de wet 70% blijvende invaliditeit als indicatie. Het Hof Arnhem-Leeuwarden wees een vordering toe op grond van een grote kentering of ingrijpende wijziging in het leven van het slachtoffer. Bij het slachtoffer was sprake van 15 tot 29 procent functieverlies door hersenletsel. De aard van het letsel was echter dusdanig dat dit een zeer grote invloed had op het slachtoffer en daardoor op de partner van het slachtoffer. De rechtbank wees de vordering af, maar in beroep wees het gerechtshof de vordering alsnog toe.
De vraag wat ernstig en blijvend letsel precies is, zal de komende jaren waarschijnlijk nog regelmatig aan de orde komen in de rechtspraak.
Affectieschade bespreken
Heb ik recht op affectieschade? Onze specialisten geven graag en vrijblijvend antwoord op deze vraag. Neem contact op. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in.