Letselschade door glasscherven op de dansvloer in discotheek. Is de horecaondernemer aansprakelijk?
Het enkele feit dat er een stuk glas of stukken glas op de dansvloer van een discotheek liggen, is onvoldoende om onrechtmatig handelen van de horecaondernemer aan te nemen. Daarvan is pas sprake als komt vast te staan dat er een dusdanige hoeveelheid glas onnodig langdurig op de vloer in de discotheek ligt, dat het onrechtmatig handelen oplevert. Als er kort na een incident glas op de vloer ligt, is dit dus niet onrechtmatig.
Letselschade door glasscherven
Op een avond in november 2012 besluit een 22 jarige IG-verzorgende, net hersteld van psychische klachten ten gevolge van een schietincident, te gaan stappen met vrienden. Ze gaan naar een discotheek, die nogal druk bezocht wordt. Te laat merkt ze dat ze op een gebroken bierfles stapt, die op de grond van de dansvloer ligt. Ze loopt een forse snee op aan haar rechter voet op. Ze wordt geholpen door de EHBO-er van de discotheek, maar moet toch voor behandelingnaar het ziekenhuis. Uiteindelijk loopt het letsel uit op een traumatische dystrofie en wordt ze volledig afgekeurd, waarna een WIA-uitkering volgt.
✓ Sinds 1995 actief als letselschade specialist
✓ Keurmerk Letselschade
✓ Deskundig en persoonlijk
Aansprakelijkheid horeca-ondernemer voor letselschade
De dame in kwestie spreekt de eigenaar van de discotheek aan, zij stelt dat de eigenaar aansprakelijk is voor de door haar opgelopen verwondingen. Met als twee redenen dat:
- de ondernemer door de aanwezigheid van glasscherven op de dansvloer onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld (artikel 6:162 BW), en;
- dat er sprake zou zijn van een gebrekkige opstal (artikel 6:174 BW), dat wil zeggen dat het opstal door de glasscherven niet voldoet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld.
Volgens de gedupeerde met letselschade heeft de ondernemer / eigenaar gehandeld in strijd met de ARBO- en Warenwet en/of Vergunningenvoorschriften, de Wet Milieubeheer van de gemeente Dinkelland/Weerselo heeft overtreden, op grond van onrechtmatig handelen/nalaten van haar personeel (artikel 6:170/171 BW).
De ondernemer voert verweer en verklaart tijdens de comparitie dat:
‘Alle incidenten worden in een computersysteem geregistreerd, maar wij hebben wel het incident van mevrouw [eiseres] terug kunnen vinden maar niet van iemand anders op die dag. Andere incidenten met glas in de voet zijn mij niet bekend’.
Bewijslast van glasscherven op de dansvloer
De rechtbank besluit dan in een tussenvonnis dat het slachtoffer moet bewijzen dat er langdurig en veel glasscherven op de vloer hebben gelegen, waardoor de eigenaar volgens de Kelderluik-criteria aansprakelijk zou zijn voor de letselschade.
Zorgplicht onrechtmatigheid voor letselschade door glasscherven
De vraag of sprake is van een onrechtmatige daad als bedoel in artikel 6:162 BW in geval zich een gevaarscheppende situatie heeft voorgedaan die tot schade heeft geleid, moet beantwoord te worden aan de hand van door de Hoge Raad geformuleerde criteria (Kelderluik-arrest). Volgens genoemd arrest moet in gevaarscheppende situaties bij de beoordeling van de al dan niet onrechtmatigheid rekening gehouden te worden met:
- de mate van waarschijnlijkheid waarmee niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid door/van anderen kan worden verwacht;
- de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan;
- de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en
- de mate waarin het bezwaarlijk is om veiligheidsmaatregelen te nemen.
Mevrouw laat dan zichzelf als getuige horen en roept tevens zes andere getuigen op.
Zelf verklaart ze onder meer:
Van die bar naar de [naam zaal 1] is een soort looppad dat heet officieel niet zo, maar ik noem dat nu zo om het u uit te leggen. De vloer is daar vies. Er ligt bier en modder en je moet oppassen dat je niet uitglijdt als iemand je duwt. Daar was ik wel alert op. Vervolgens zijn we naar de dansvloer gegaan. Daar let je eigenlijk niet op de vloer en je hebt nauwelijks ruimte om op de vloer te kijken. Je danst en je hebt contact met anderen. Ik weet dat ik wel even met mijn voet wat rommel opzij heb geschoven. Er ligt namelijk wel papier en wat glas. Stukken van één of twee vierkante centimeter groot zijn ze wel. U moet zich voorstellen dat als er een glas of flesje kapot valt dat je al dat grotere brokken hebt en van het hele fijne splinter glas. Die grotere brokken heb ik daar wel gezien. Nogmaals ik ben daar niet alert op geweest. Ik schoof het opzij zodat ik mij veilig voelde. Als u mij vraagt hoe ik dat veilig bedoel dan is dat dat ik het idee had dat ik daar niet zou uitglijden en anderen niet op de voeten zou staan en dat is vooral voordat je gaat dansen en niet meer tijdens het dansen.
Volgens mij mag je niet met glas op de dansvloer. Dat gebeurt wel. Er staan veel mensen met flesjes en glazen op de dansvloer te dansen. Vaak zijn ze kennelijk te lui om lege flesjes en glazen naar de bar te brengen en laten ze vallen[…].
Ik heb niet gemerkt dat er werd schoongemaakt. Ik heb dat daar überhaupt nog nooit zien gebeuren en ik heb ook van anderen gehoord dat ze nog nooit hebben gezien dat er iemand de vloer schoonveegt terwijl de avond nog in volle gang is.[…].”
Eén van de getuigen verklaart:
Zij heeft mij wel gevraagd om hier als getuige te komen, omdat ik erbij was toen zij bij [gedaagde] glas in haar voet kreeg.
Op de avond waarop het incident zich voordeed waren wij in de […] [naam zaal 2] […]. Daar lag flink wat gebroken glas op de vloer van allerlei flesjes en glazen. Voor zover ik weet mag je daar met glas op de dansvloer komen. Ik heb ook nooit gemerkt dat personeel je daar op terug roept. Ik heb nooit gezien dat de vloer schoongemaakt werd tijdens het uitgaan. Pas als [gedaagde] dicht gaat, gaat het licht aan en ik neem aan dat ze dan gaan schoonmaken.
Voor het incident met het glas van [eiseres] heb ik nooit bewust op de vloer gelet. Ik weet dus eigenlijk ook niet of het mij eerder bewust is opgevallen dat er veel glas op de vloeren ligt. Na die dag let ik er wel op en het is mij opgevallen dat er, als ik kom, steeds veel glas op de vloeren ligt. Je kunt geen meter of twee lopen zonder dat er glas ligt op de vloer.
[…]
Eiseres is toen zij het glas in haar voet kreeg bij [gedaagde] door de EHBO geholpen. In die ruimte waren twee EHBO’ers en er was nog een jongen die ook iets met glas had. Ik weet niet meer precies wat er met die jongen aan de hand was. Ik kan ook niet verklaren wat die jongen precies had, volgens mij had hij in ieder geval zijn been omhoog, gestrekt.
[…].
Wel weet ik dat er een paar weken geleden toen ik bij [gedaagde] was een jongen van het podium viel en met zijn handen in het glas is beland. Ik heb wel vaker gezien dat mensen, vaak na wat drank op, vallen en glas in hun handen, armen etc. hadden.
[….]
Bij [gedaagde] gaat het publiek makkelijk om met glas. Ze dansen ermee, ze praten ermee en ze laten al dan niet moedwillig vallen. Ik zie nooit dat personeel iemand daar op aanspreekt. Ik zie alleen personeel achter de bar.
[…]
Ook de avond waarop het incident plaatsvond heb ik aanvankelijk niet op het glas gelet.
Toen [eiseres] erin trapte heb ik wel rondgekeken en dacht ik ‘Goh er ligt toch wel veel glas’. ”
De andere getuigen, waarvan één ook glas in de voet had gehad, onderstrepen min of meer de beide verklaringen, te meer daar de verklaringen ook nog eens gaan over andere tijdstippen dat ze daar aanwezig waren. De eigenaar laat twee van zijn medewerkers getuigen, maar zij komen niet veel verder dan te verklaren dat er vrijwel nooit glas op de grond lag, dat gevallen glazen en flessen altijd direct werden opgeruimd. Eén getuige, een voormalige barvrouw, verklaart dan dat je wel met glas en fles op de dansvloer mag en dat er werd toegezien op opruimen als er wat viel, de ander, een glazenophaler, dat je niet met glas en/of fles de dansvloer op mocht en dat hij regelmatig opruimde.
Tekortschieten horeca ondernemer
De rechtbank is dan op grond van de afgelegde getuigenverklaringen van oordeel dat letselschade-slachtoffer in de haar gegeven bewijsopdracht is geslaagd en acht de horecaondernemer aansprakelijk voor de letselschade door glasscherven op de vdansvloer. In de overwegingen staat:
…………Dit betekent dat de horeca ondernemer jegens het slachtoffer onrechtmatig heeft gehandeld. De horeca ondernemer had er op bedacht moeten zijn dat bezoekers niet altijd op glasscherven op de vloer bedacht zijn, niet op voorhand stevig schoeisel aan doen, en/of de kans op ook ernstig letsel als gevolg van vallen op trappen in glasscherven reëel is. Gedaagde had op betrekkelijk eenvoudige wijze voorzorgsmaatregelen kunnen nemen door in plaats van glazen, plastic te gebruiken, waar mogelijk, een verbod om met glazen/flesjes op de dansvloeren te komen in te stellen en te handhaven, alsmede haar personeel te instrueren en, voor zover dat is gebeurd, er ook op toe te zien dat zij met regelmaat de vloeren adequaat schoonmaken.
Kelderluikcriteria en aansprakelijkheid voor letselschade door glasscherven
Het vonnis is gewezen op de Kelderluikcriteria, de horecaondernemer heeft niet voldaan aan zijn zorgplicht jegens zijn gasten. Hij had immers makkelijk kunnen voorkomen dat er gebroken glas op de dansvloer terecht kwam, door meer toe te zien op het opruimen, door plastic glazen beschikbaar te stellen, en door toe te zien op het verbod met flessen en/of glazen op de dansvloer te komen. Als horecaondernemer had hij bovendien rekening moeten houden met het feit dat de bezoekers niet altijd voorzichtig zijn, terwijl hij juist heel goed kon weten dat de kans op gebroken glas heel groot was. Dat was gemakkelijk te voorkomen met plastic glazen.
Juridische hulp bij letselschade door glasscherven
Heeft u letsel opgelopen bijvoorbeeld door glasscherven op de vloer in een horeca gelegenheid, of een andere situatie waarbij u vermoedt dat niet zorgvuldig ten opzichte van u is gehandeld, en wilt u weten of het mogelijk is uw schade te verhalen? Neem dan vrijblijvend contact op met onze letselschade-experts en letseladvocaten via 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het contactformulier in.