Letselschadevergoeding en schuldhulpverlening: Door een aanmelding bij de schuldsanering valt een letselschade-uitkering in de boedel. In een procedure bij de rechtbank Den Haag stelt een bewindvoerder zijn voorganger aansprakelijk voor aanmelding van hun cliënt bij de schuldhulpverlening. Door de aanmelding kon de man geen aanspraak maken op de betaalde bedragen, waardoor zijn herstel werd bemoeilijkt.
De rechter wijst de klacht tegen de bewindvoerder af. Kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel mogen tijdens de WSNP vergoed worden uit een letselschade-uitkering die in de boedel valt. De huidige bewindvoerder en onder bewind gestelde persoon toonden niet aan dat de voormalig bewindvoerder ten onrechte een verzoek om vergoeding van noodzakelijke herstelkosten weigerde. Het uitgeven van een letselschadevergoeding kan bovendien de toelating tot de WSNP in de weg staan. Daarnaast was er volgens de rechter sprake van een spoedeisende situatie waarin aanmelding bij de WSNP verstandig was.
Vergoeding materiële kosten uit de boedel
De letselschadevergoeding valt in de boedel. Het letselschadeslachtoffer kan daarom niet vrij over het bedrag beschikken. Het is wel mogelijk om uit de boedel een vergoeding te krijgen voor kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel. Als het nodig is voor het herstel is het dus mogelijk dat een deel van de letselschadevergoeding naar de onder bewind gestelde persoon gaat. De rechter wijst de klacht af:
‘Voor de kantonrechter is op dit moment namelijk onvoldoende duidelijk of verweerster in dit geval daadwerkelijk tekort is geschoten. De letselschade-uitkering valt tijdens de schuldsanering in de boedel voor de schuldeisers. Alleen als sprake is van materiële kosten die gemaakt moeten worden in verband met herstel van betrokkene, die niet vergoed worden door de zorgverzekering, kunnen die kosten, indien met bewijsstukken onderbouwd, vergoed worden uit de ontvangen letselschade-uitkering.’
Weigeren verzoek op vergoeding uit letselschade-uitkering
De wet biedt dus een mogelijkheid om herstelkosten tijdens de WSNP te vergoeden uit een letselschade-uitkering. De vraag is daarom of de voormalig bewindvoerder ten onrechte een verzoek hiertoe weigerde. De rechter oordeelt dat niet is aangetoond dat de voormalige bewindvoerder een concrete fout maakte:
‘Vooralsnog is niet aangetoond dat betrokkenen concrete verzoeken aan verweerster hebben gedaan, die aan bovengenoemd criterium voldeden en daarom ten onrechte door verweerster zijn geweigerd.’
Letselschadevergoeding geen reden om MSNP en/of WSNP uit te stellen
De voornaamste klacht tegen de bewindvoerder is dat toelating tot de MSNP en WSNP in verband met de te ontvangen schadevergoeding niet in het belang was van de onder bewind gestelde persoon. De voormalige bewindvoerder zet hiertegenover dat er sprake was van een spoedeisende situatie. Door betalingsachterstanden dreigde afsluitingen van het water en een woningontruiming. De rechter vindt dat het uitgeven van de letselschadevergoeding mogelijk een reden was geweest om toelating tot de WSNP af te wijzen. Het besteden van de letselschadevergoeding voor de toelating tot de WSNP kan gezien worden als bandeling van schuldeisers. Daarnaast bevestigt de rechter dat er sprake was van een urgente situatie waarin een beroep op de WSNP noodzakelijk was:
‘De stelling van klager dat verweerster had moeten wachten met het toeleiden van betrokkenen naar MSNP en/of WSNP, zodat de voorschotten op de letselschade-uitkering wel volledig benut hadden kunnen worden door betrokkenen, is onjuist. Enerzijds zou een uitgegeven letselschade-uitkering in de weg kunnen staan aan toelating tot een schuldsaneringsregeling wegens benadeling van schuldeisers. Anderzijds heeft klager niet bestreden dat er sprake was van een urgente situatie die een moratorium, danwel een beroep op de WSNP noodzakelijk maakten.’
Klachtprocedure bewind
Een klacht tegen een bewindvoerder is met name bedoelt om de bewindvoerder tijdens het bewind bij te sturen. In dit geval is er al een opvolgend bewindvoerder. De rechter lijkt daarom weinig zin te zien in de behandeling van de klacht:
‘De klachtprocedure is met name bedoeld om klachten tijdens de aanstelling van de bewindvoerder te behandelen, zodat – bij een gegronde klacht – de handelwijze van de bewindvoerder wijzigt/verbetert. De klacht kan ook een voorbode tot ontslag van de bewindvoerder zijn als de klacht niet kan worden opgelost of er sprake blijkt te zijn van een ernstige tekortkoming van de bewindvoerder.’
Schadevergoeding
De rechter overweegt dat de klachtprocedure bedoelt is om de bewindvoerder tijdens het bewind bij te sturen. De wet bevat uiteraard ook mogelijkheden om een bewindvoerder aansprakelijk te stellen voor zijn handelen en de hierdoor geleden geleden schade. De rechter benoemt in het vonnis dat de klager is gewezen op deze mogelijkheid:
‘De kantonrechter heeft klager en betrokkenen voorgehouden om een verzoek in te dienen om verweerster te veroordelen in de schade op grond van artikel 1:444 BW, danwel artikel 1:445, vijfde lid, BW juncto artikel 1:362 BW en dat verzoek dan goed met stukken te onderbouwen. Klager heeft aangegeven deze suggestie in overweging te nemen, maar heeft de kantonrechter verzocht om op de klacht te beslissen.’
Afwijzing op grond van motivering
De klacht wordt afgewezen vanwege een gebrek aan motivering. Het is wel degelijk mogelijk dat de voormalige bewindvoerder fouten maakte. De huidige bewindvoerder en onder bewind gestelde persoon moeten daarvoor echter aantonen dat de voormalige bewindvoerder concrete fouten maakte.
Overleg met een letselschade advocaat
Neem contact op. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik het onderstaand contactformulier voor een terugbelverzoek.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Den Haag 20 november 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:17768