Val van treeplank bij maaiwerkzaamheden: Bij maaiwerkzaamheden op de snelweg raakt een werknemer gewond. De man valt van een treeplank van een rijdende auto. De werkgever wijst de aansprakelijkheid af. De rechtbank in Rotterdam beoordeelt of de werkgever zijn zorgplicht nakwam.
De rechter oordeelt dat de werkgever de zorgplicht niet nakwam en aansprakelijk is voor de letselschade van de gewonde werknemer. De werkgever had specifieke veiligheidsinstructies moeten geven voor het gebruik van de bedrijfsauto’s en het meerijden op de treeplank. De werkgever bewijst niet dat duidelijk was voor de werknemer dat de treeplank uitsluitend bedoeld was voor een bladblazer.
Val van treeplank bedrijfsauto
Dat de werknemer gewond raakte tijdens zijn werk staat vast. De werkzaamheden bestonden uit het maaien van gras rond de hectometerpaaltjes in de berm langs de A59. Voor deze maaiwerkzaamheden wordt een elektrische maaimachine gebruikt. De werknemers leggen de afstand tussen de hectometerpaaltjes af in een bedrijfsauto. Deze auto is sinds 1 week voorzien van een treeplank. Dit is een plank aan de zijkant van de auto. De werknemer die het gras maait, staat tussen de hectometerpalen met een grasmaaier op de treeplank. Hij valt twee keer van de treeplank. Bij de eerste val ontstaat geen letsel. Bij de tweede val van de treeplank breekt de man beide enkels.
Een letselschade advocaat handelt uw schade in de meeste gevallen kosteloos voor u af! Neem contact op om uw mogelijkheden te bespreken. Bel naar 0800-4455000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik het contactformulier onderaan deze pagina.
Beoordeling val van treeplank rijdende bedrijfswagen
De rechter beschrijft hoe we beoordelen of de werkgever aansprakelijk is na een arbeidsongeval:
‘Artikel 7:658 lid 2 BW bepaalt dat de werkgever ten opzichte van de werknemer aansprakelijk is voor de schade die deze in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de werkgever aantoont dat hij aan de in artikel 7:658 lid 1 BW genoemde zorgplicht heeft voldaan of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.’
De zorgplicht van de werkgever betekent onder andere dat werkgever alle redelijke maatregelen moet nemen die mogelijk zijn om de veiligheid van werknemers te garanderen. Wat moet de werkgever doen om aan de zorgplicht te voldoen:
‘Welke veiligheidsmaatregelen van de werkgever mogen worden verlangd en op welke wijze hij de werknemer moet instrueren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid van het gevaar, de te verwachten oplettendheid van de werknemer en de bezwaarlijkheid van het nemen van maatregelen.’
Standpunt werkgever
De werkgever stelt zich op het standpunt dat de werknemer wist dat staan op de treeplank niet was toegestaan. Bovendien wist de werknemer volgens de werkgever hoe gevaarlijk staan op de treeplank was en handelde de werknemer daarom roekeloos.
Geen bewijs van specifiek verbod door werkgever
De veiligheidsregels van het bedrijf zijn algemeen geformuleerd. Een specifieke regel die werknemers bijvoorbeeld verplicht om alleen op de bijrijdersstoel mee te rijden, ontbreekt. De werkgever kan niet aantonen dat de werknemer specifiek is verboden om op de treeplank te staan terwijl de auto rijdt.
Verklaring gewonde werknemer blijft buiten beschouwing
De werknemer ondertekent in het ziekenhuis een verklaring. De werkgever stelde deze verklaring op. In de verklaring staat dat de werknemer op een treeplank stond, bedoelt om een bladblazer op te plaatsen. De rechter vindt dat uit deze verklaring niet blijkt dat de werknemer wist dat hij niet op de treeplank mocht staan.
Tree voor bladblazer
De treeplank was bedoeld voor een blazer. De gewonde werknemer werkte met een grasmaaier. De afwezigheid van een bladblazer maakt het voor de rechter minder aannemelijk dat de werknemer wist dat staan op de treeplank verboden was.
Toezicht op naleving regels
De werkgever toonde volgens de rechter ook niet aan dat er sprake was van toezicht op het correcte gebruik van de bedrijfswagen met treeplank.
Was gebruik treeplank roekeloos?
Werkgeversaansprakelijkheid is uitgesloten als er sprake is van opzet of roekeloosheid. De werkgever stelt zich op het standpunt dat de werknemer roekeloos is geweest. In dit geval zou dat betekenen dat de werknemer wist hoe gevaarlijk het was om op de plank te gaan staan terwijl het voertuig reed:
‘Van bewust roekeloos handelen is pas sprake als de werknemer zich direct voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze karakter van zijn gedraging.’
De rechter wijst dit standpunt af. De rechter benoemt dat ook vuilnismannen gebruik maken van een treeplank. Het staan op een treeplank van een rijdend voertuig wordt daarom niet als (zeer) gevaarlijk beschouwd.
De rechter laat na om te beschrijven of deze treeplank geschikt was voor het vervoer van een persoon. Ook het vasthouden van een grasmaaier lijkt een groot verschil ten opzichte van het gebruik van een treeplank door een vuilnisman.
Een tweede keer vallen is niet roekeloos
De werknemer viel die dag twee keer van de treeplank. Bij de eerste val van de treeplank ontstond geen letsel. Ook de eerdere val is daarom onvoldoende om aan te nemen dat het slachtoffer wist dat hij gevaarlijk bezig was.
Start uw schadeclaim vandaag
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik het onderstaande contactformulier.
Bron: rechtspraak.nl Rechtbank Rotterdam 14 april 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3231